Colorado National Monument

Als we bij Cook-Oven aankomen staat daar een Amerikaan. We staan wat te dubben wat we zullen doen, want het is wel erg warm (33 graden). Die Amerikaan ziet ons staan en zegt dat het naar beneden in dat dal waar we op uitkijken en erg mooie trail is en dat er beneden (180 meter lager ongeveer) veel schapen zijn.

Wandelen in de hitte

Dat doet het uiteindelijk voor ons. We besluiten de stoute schoenen aan te trekken (slippers zijn wat minder geschikt daarvoor), stoppen de rugzak vol met flesjes water en begeven ons op weg naar het dal. Nou gaat het wel naar beneden, maar we vorderen toch maar langzaam. Ik heb het gevoel dat ik minder last heb van mijn hoogtevrees (of de dieptes zien er hier wat minder schrikwekkend uit, dat kan ook). Maar we willen natuurlijk ook steeds van de omgeving genieten. Als we ongeveer 20 minuten op pad zijn komen we de Amerikaan weer tegen. Hij is al op de terugweg omdat hij het toch te warm vindt om veel verder te gaan. Wij vertellen hem dat we nog een klein stukje verder gaan en dan ook zullen omkeren. Na een half uur stoppen we, rusten in de schaduw even uit en keren dan om. En achteraf blijkt dat de stelregel klopt, dat je er op moet rekenen dat je twee keer zo lang er over doet om naar boven te gaan, als dat je naar beneden bent gegaan. We doen er dus een uur over om weer boven te komen.

Als we onderweg zijn zien we een eind voor ons uit de Amerikaan staan kijken of we er al aankomen. Als hij ons ziet gaat hij ook weer een stuk verder. Zo blijft de afstand tussen hem en ons steeds zo’n beetje het zelfde. Ongeveer op drie kwart van de terugtocht besluiten we het bakje fruit dat we hebben meegenomen op te peuzelen. En je hebt geen idee hoe lekker fruit dan is, als je net uit een bakoven komt, waar de temperatuur waarschijnlijk nog een aardig eind boven die 33 ligt (en het was niet eens de Cook-oven-trail).

Onze hoeder

Uiteindelijk zijn we weer boven en dan blijkt dat de Amerikaan al die tijd heeft staan wachten om te zien of we het wel zouden redden. We tonen uiteraard onze “appreciation” daarvoor. Als we het dan over de schapen hebben, die we niet gezien hebben, vraagt hij of we een mailadres hebben. Want hij heeft een tijdje geleden mooie foto’s van die beesten gemaakt in dat zelfde dal en die wil hij wel opsturen. En dat heeft hij inmiddels ook gedaan. Hij zegt er nog bij dat we zelfs mogen zeggen dat we die zelf geschoten hebben. Maar dat is teveel eer. We geven hem dus het mail-adres van de site en vertellen erbij dat de naam is samengesteld uit onze namen. Hij stelt zich dan ook voor: Paul Meijer is the name.

Geweldig dat een wildvreemde man zomaar een tijdlang blijft wachten om ervoor te zorgen dat we weer goed bovenkomen.

We doen daarna nog een paar viewpoints aan en gaan terug naar onze campground. Daar hebben we nogal wat moeite om te bepalen onder welke wielen de levelers moeten om te voorkomen dat we ’s-nachts uit bed rollen. Maar uiteindelijk staat ie redelijk recht.

Sterren fotograveren

Dan is het tijd voor ons steakje op de barbecue en proberen we nog wat foto’s te maken van de maan en de sterren. Ìk ben er nog steeds niet achter hoe ik mijn camera zover krijg een tijdje zijn ene oog open te houden om daarmee voldoende licht binnen te laten om de sterren op de gevoelige plaat vast te leggen. En sterren zijn er genoeg op zo’n plek waar we stonden. Op een gegeven ogenblik geef ik het dan ook maar op. Daar kom ik nog wel eens achter. Waarschijnlijk op een van onze volgende Amerika-reizen. 

Tijd om naar bed te gaan.


© MarenKo 2013