Route 66, Seligman, Oatman, the Donkey-gang en Las Vegas a day early

Route 66 is vandaag het motto. Dat betekent, dat we eerst een stuk over de Freeway rijden en dan bij de 2e afslag Seligman de route oppakken. Dan is het nog een klein stukje naar Seligman. Als we daar aankomen  staan er zeker al 5 zo geen 6 touringcars langs de weg. en dat betekent héél véél touristen. Gelukkig weten we dat dit soort trips meestal maar beperkte tijd hebben om iets te bezichtigen, want ze moeten vandaag ook nog de Grand Canyon, Zion en liefst ook nog Bryce aandoen. Ik weet niet of dit überhaupt te doen  is, maar daar lijkt het wel op. Dus met een beetje geduld lopen we hier straks weer alleen met nog een paar 'losse' bezoekers. En dat klopt ook.

Dan lopen we op ons gemaak de winkeltjes af. In een ervan treffen we een man, die ons vraag waar we vandaan komen. en als we hem dat vertellen zegt hij dat hij in Canada is opgegroeid. Als we  hem vragen hoe iemand uit Canada in een plaats als Seligman terechtkomt, vertelt hij dat dat te maken had met de taxes. Die zijn net zo hoog als in Nederland, zegt hij. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit niet het hele verhaal is. En dat geldt voor veel van de eigenaren van winkeltjes in Seligman. Ik kan me niet goed voorstellen, dat de toekomstdromen van deze mensen inhielden dat ze hun dagen in Seligman wilden slijten.

Het valt op, dat het kennelijk toch niet slecht gaat in het plaatsje. Een paar motels zijn in ieder geval opgeknapt. En het lijkt er op, dat er ook nog uitbreiding heeft plaatsgevonden. Eigenlijk wel jammer, want Seligman zou toch meer de sfeer van een 'vervallen' en 'bijna vergeten' (niet echt natuurlijk) standje moeten uitstralen.

De Canadees vertelt overigens ook nog dat 'business' slow is en dat alles als gevolg van de koers van de Euro ten opzichte van de dollar.

Omdat wij uit Nederland komen rekent hij voor de paar dingetjes die we kopen voor ons geen tax. Waarvoor dank.

Route 66
Seligman
Seligman
Seligman

We scoren tussen door ook nog even een bakje koffie. Het is geen Starbucks, maar het kan er mee door. Als Kevin en Isabella straks weg zijn hebben we wat Starbucks betreft nog wel een inhaalslag te doen, zo weinig als we die tot nu toe gehaald hebben.

Dan gaan we op weg naar Oatman. Het eerste jaar hebben we die weg ook gedaan. Ons allereerste kronkelige, steile en smalle weggetje ooit in Amerika. Daarom hebben we misschien het beeld van hoe 'eng'  dat toen was. Want nu valt het allemaal best mee. Het is nog steeds een kronkelig, steil en smal weggetje. Maar niet meer zo eng als toen. Dat heeft er misschien ook mee te maken, dat er wel wat verbeteringen aan de weg zijn aangebracht, bijvoorbeeld doordat ze in een paar bochten nu toch afscheidingen (voor de drop-offs ernaast) hebben geplaatst. Niet dat je daar niet doorheen zou kunnen rijden, maar het geeft iets meer gevoel van veiligheid. En het scheelt natuurlijk ook, dat er niet - net als toen - van die vrachtwagens met een noodgang je tegemoetkomen. Dat was misschien nog wel het meest scary die eerste keer.

De weg naar Oatman
22451580047 58146a3cc6 o

In Oatman aangekomen zetten we de de camper op een 'parkeerplaats' en gaan we op zoek naar de winkel waar we moeten betalen volgens het bord. Daar betaal ik 2 dollar aan een half-tandeloze oudere dame, die me bij vertrek uit de winkel nog naloopt naar buiten en me nog een keer een goeie dag wenst.  Ik schat in dat veel mensen het bord op de parkeerplaats missen.

In dit stadje lopen een flink aantal ezels rond. Dat stamt nog uit de tijd dat Oatman een mijnstadje was, waar men ezels gebruikte in de mijnen. Toen de mijnen gesloten werden zijn die ezels losgelaten en die lopen hier dus nog steeds rond. Zo te zien hebben ze het hier niet slecht want ze zijn goed doorvoed. En er lopen ook een groot aantal schattige jonkies rond.

Er worden nog een paar aardigheidjes gekocht (waarvan er een later niet in de koffer blijkt te passen) en dan lopen we langs de andere kant van de weg terug naar de camper. Ook hier valt op, dat het erop lijkt dat er uitbreiding is geweest. Dat doet het oorspronkelijke karakter wel een beetje geweld aan.

Op de terugweg lopen ons vijf ezels over het voetpad tegemoet. We doen een stapje opzij en ze lopen rustig verder.

Iets verderop worden we alleen door een dame gewaarschuwd voor een paar ezels die soms in draf over het voetpad komen aanstormen en dat je dan maar beter opzij kunnen stappen. Ze lopen namelijk gewoon door. En als we ons omdraaien zien we die drie ezels inderdaad over het pad aankomen. Eerst nog gewoon lopend, maar dan zetten ze het op een lopen. Tegen Marja zegt de vrouw dat ze om de hoek van het gebouw moet gaan. Alleen als ze dat probeert loopt ze tegen een hek aan. Dus dat wordt wat lastig. Dan maar zichzelf tegen het hek aandrukken. En dan komen de ezels al voorbij gedraafd. Het lijkt wel een 'gang' zegt de vrouw nog. Bij elke volgende winkel die we vervolgens uitstappen kijken we nu eerst even om de hoek voordat we naar buiten stappen. Maar we hoeven niet meer opzij te stappen.

Oatman
Oatman
Oatman
Oatman

Als we weer in de camper zitten moeten we het stadje heel voorzichtig verlaten, slalommend om alle ezels (en toeristen natuurlijk) heen. En dan is het vooral nog bepalen waar we de volgende campground gaan pakken. We komen door Bullhead-city, Laughlin e.d., waar we - ik geloof dat het Bullhead-city (wat een goeie naam, niet) ook nog even tanken en wat boodschappen doen bij de Safeway.

Marja zoekt in een programma op haar i-Phone naar een geschikte campground. Nou is het zo, dat op dit stuk van de route de campgrounds toch wat dun bezaaid zijn. Daarom lijkt Boulder de meest geschikte plek. Maar als ze een tijdje later de tijd tot Boulder vergelijkt met de Campground Sam's Town in Las Vegas blijkt deze exact hetzelfde te zijn. Dus wordt het Las Vegas. Tenslotte moeten we daar toch naar toe.

De zon is inmiddels onder en als we over een bergrug rijden krijgen we een eerste blik op Las Vegas. Een zee van licht en lichtjes ligt zo te zien over de hele vlakte tussen de bergen, die aan alle kanten dit stuk woestijn begrenzen. Nu al een beetje onwerkelijk.

Gelukkig heeft Sam's Town nog een plek voor ons. We reserveren gelijk een plek voor de nacht voordat we onze camper weer moeten inleveren over twee weken. Road Bear zit hier niet zo ver down the road. Dus dat is wel zo makkelijk.

Eenmaal geïnstalleerd gaan we nog een hapje eten bij het Restaurant van Sam's Town. Daarbij moet je wel eerst door het casino, slim als ze zijn. Bordjes 'Exit' zie je ook bijna nergens.

En als we nog even moeten wachten voordat er een tafeltje vrij is voor ons hebben we nog even tijd om rond te lopen in de overdekte 'tuin'. En daar worden we ook nog getrakteerd op een heuse lichtshow met fonteinen. Want water moet er meestal wel bij hier in de woestijn.

Het eten is heerlijk en de dame die ons bedient is een vrolijke wat oudere dame, die helemaal opgaat in een football-game op tv. Haar team verliest.

Ik ga nog even douchen daarna en dan - na wat toch wel de langste rijdag ooit voor ons is geweest - het bed in.

De airco gaat aan op een stand dat hij af en toe aanslaat zodat het nog enigszins aangenaam is. De temperatuur is hier vandaag opgelopen tot 38 graden en morgen wordt het niet veel minder, hebben we gezien.

© MarenKo 2013